DAVID TAVARES - FLAMENCO UTRÓPICO

David Tavares is een Braziliaanse gitarist die al op z’n achtste begon te spelen en na korte tijd al dermate goed was, dat hij naar het Villa-Lobos conservatorium van Curitiba mocht.Ook daar viel hij al snel op en na enkele jaren verkaste hij naar Spanje om er bij de grote Oscar Luis Herrero in de leer te gaan. Van daaruit ging het allemaal zo mogelijk nog sneller en volgde de ene tournee het andere grote festival op. Een eerste plaat volgde en gaandeweg ontwikkelde Tavares een eigen stijl, die er eigenlijk op neerkomt, dat hij de flamenco van zijn nieuwe thuisland, vermengt met de akoestische gitaarmuziek van zijn moederland en het is met dat soort muziek dat hij nu dus met een nieuwe plaat komt aanzetten. Dat is eigenlijk meer een EP, met 8 nummers, die samen afklokken op zo’n 33 minuten, maar die belangrijk is, al was het maar omdat David er flink wat fraai volk voor naar de studio kreeg.

De titel bevat overigens een leuke woordspeling en is een samentrekking van utópico en tropico, wat eigenlijk heel veel zegt: dit is tropicalia met flamenco-inkleding, zo goed als helemaal instrumentaal, maar met de hulp van groten als Paquito D’Rivera op klarinet in “Gaucho Vegano”, André Ribas -grote naam in de choró en ook uit Curitiba afkomstig- op accordeon in de openende titelsong, die trouwens ook achter bijgaande Youtube-link schuilgaat. Cubaan Pepe Rivero zit aan de piano op “Perdido en el Sahara” en de geweldige bossa nova-stem Beatrice Binotti zingt de sterren van de hemel in afsluiter “Old Style”, een nummer dat zijn titel absoluut niet gestolen heeft.

Nu ik er zo naar kijk, merk ik dat de grote namen de plaat openen en afsluiten, maar dat de kern, de nummers 4 tot en met 7 eigenlijk meer de focus richten op het gitaarspel van David zelf, al is dat ook in alle andere nummers erg aanwezig. “Abarrocao” en “La Rumorosa” speelt hij bij voorbeeld helemaal solo, terwijl “Pigmaliòn” een duet is met percussionist Jorge Tejerina en “Fandango Morisco” gitarist Salvador Guttiérez en percussionist Ivan Mellén Yavares in trio-formaat positioneren.

Dat levert bijzonder mooie, haast klassiek aandoende gitaarmomenten op, die nochtans op geen enkel moment het uitgangspunt van de plaat uit het oog verliezen: dit is flamenco, zoals hij, na allerhande kruisbestuivingen, in de toekomst zou kunnen gaan klinken. Voor mij allerminst gelaten, want deze plaat luistert erg aangenaam weg.

De eerste soloplaat van Tavares heette “Un Brasileño en Madrid” en dat had eigenlijk net zo goed te titel van deze nieuwe kunnen zijn. Tavares is kennelijk volledig geïntegreerd in Spanje, hij heeft de flamenco meer dan zomaar “onder de knie” en toch blijft hij vasthouden aan de muziek waar hij mee opgroeide. Dat hij die twee probeert te vermengen, siert hem, temeer omdat het resultaat op deze plaat alleraardigst om beluisteren is!

(Dani Heyvaert)

 


Artiest info
   
 

distr.: Xango

video